Veilig vuurwerk

Dramatische gevolgen

Vuurwerk

De meest getroffen lichaamsdelen zijn handen (25%), vingers (32%), ogen (15%) en het hoofd (13%). Eén slachtoffer op twee loopt brandwonden op.

Pas ook op voor oorschade: sommige soorten vuurwerk (de populaire strijker) halen 160 decibels of meer en dat is 20 decibels boven de pijngrens. Ter vergelijking: een opstijgend straalvliegtuig produceert op 100 meter afstand 125 decibels, discotheken zijn goed voor 110 decibels.

Dramatische gevolgen

  • Ernstige brandwonden
  • Afgerukte lichaamsdelen
  • Oorschade

Mannen spelen met vuur

Opvallend is dat in 84% van de gevallen een man het slachtoffer is. Jongeren tussen 10 en 19 jaar nemen bijna de helft van de ongevallen voor hun rekening.

Vuurwerk = mannenzaak, de ongevallen ook

Welk vuurwerk aankopen?

  • Kies bij voorkeur siervuurwerk.
  • Knalvuurwerk - vuurwerk dat ontploft, zoals strijkers en piratten – is altijd gevaarlijk.
  • Ook gevaarlijk zijn vuurfonteinen, bijvoorbeeld op taarten. De temperatuur van zo'n fontein loopt snel op tot 800° Celsius.
  • Knutsel NOOIT zelf vuurwerk in mekaar.

Welk vuurwerk?

  • Siervuurwerk
  • Nooit knalvuurwerk
  • Nooit zelf vuurwerk in mekaar knutselen

Tips voor een veilig vuurwerk

  • Vuurwerk en alcohol zijn geen goede vrienden: zorg voor een 'Bob' of laat de kurken pas na het vuurwerk knallen.
  • Ontsteek vuurwerk op een open en veilige plaats: dus niet bij droog hout of op een plaats waar veel mensen samen zijn.
  • Hou toeschouwers op voldoende afstand van de plaats waar het vuurwerk wordt afgestoken.
  • Ontsteek vuurwerk met een lont. Gebruik geen open vlam (lucifer of aansteker): de lont brandt dan sneller, zodat het vuurwerk vlugger ontploft.
  • Houd de arm gestrekt bij het aansteken van de lont en buig het lichaam niet over het vuurwerk.
  • Plaats een vuurpijl in een buis die verticaal in de grond vastzit. De buis moet minstens even lang zijn als de stok van de vuurpijl. Flessen zijn niet geschikt voor het afschieten van vuurpijlen.
  • Richt NOOIT vuurwerk op andere mensen!
  • Ontsteek elk stuk vuurwerk afzonderlijk.
  • Let op de windrichting.
  • Vuurwerk dat niet ontploft, mag je nooit opnieuw aansteken. Giet er een emmer water over en laat het een nachtje liggen (NOOIT op de openbare weg). Let erop dat kinderen niet met dit vuurwerk gaan spelen.
  • De meeste ongelukken gebeuren op 1 januari. Laat oud (niet afgegaan) vuurwerk liggen!
  • Loopt er toch iets mis? Bel dan de hulpdiensten (100 of 112 voor gsm).
  • Spoel brandwonden uitgebreid met water. Lees ook het volgend hoofdstuk over brandwonden.

Veilig vuurwerk = voorzichtig werk

Verwondingen door vuurwerk: brandwonden

  • Voor brandwonden geldt maar één regel: "Eerst water, de rest komt later." Snel en kort de wonde spoelen met ijskoud water neemt de pijn weg.
  • Daarna spoel je de wonde gedurende 10 à 15 minuten met (lauw) water van een aangename temperatuur om de opgestapelde warmte af te voeren.
  • Wanneer het gaat om een duidelijk oppervlakkige verwonding (eerste of tweede graad) waarbij de wonde niet te groot is, kan je de wonde zelf behandelen met een brandwondenzalfje. Smeer in geen geval boter of iets anders aan de wonde.
  • Lijkt de wonde dieper (derde graad) of is ze uitgebreider dan de grootte van een handpalm, dan wikkel je ze in een zuiver verband en gaat u naar een dokter of het ziekenhuis.

Eerst water, de rest komt later

Verwondingen door vuurwerk: oor- en oogletsels

  • Als jouw oog verbrand is of een stukje vuurwerk jouw oog is binnengedrongen, moet je absoluut naar de oogarts. Kleef een verband over het geraakte oog zodat het afgeschermd wordt.
  • Druppel niets in het oog en smeer geen zalf.
  • Oorletsel kan ontstaan wanneer vuurwerk vlakbij jouw hoofd ontploft. Zelf kan je moeilijk de ernst hiervan inschatten. Raadpleeg dus een neus-, keel- en oorarts.

Oren en ogen: raadpleeg een specialist

Verwondingen door vuurwerk: open wonden en afgerukte lichaamsdelen

  • Wanneer je een open wonde hebt of een stuk vinger is afgerukt, moet je het geraakte lichaamsdeel bedekken met een verband en medische hulp zoeken.
  • Een afgerukt lichaamsdeel moet je bewaren in een droge plastieken zak die je dichtknoopt.
  • Vervolgens dompel je deze zak onder in een bakje (teil, emmer, ... ) of een ander zakje gevuld met water en ijsblokjes.
  • Het afgerukte lichaamsdeel mag niet nat worden of bevriezen. Steek het ook niet in de mond.
  • Is er een bloeding van een slagader waar het bloed in stootjes uitspuit, dan leg je het best geen knelverband aan, maar druk je een verband op de wonde totdat jou hulp bereikt.
  • In geen geval mag je het slachtoffer iets laten drinken: als de patiënt in slaap moet gebracht worden voor een operatie, kan hij of zij best nuchter zijn.

Open wonde afdekken; afgerukte ledematen bewaren in plastikzak in ijs

Vuurwerk en milieu

  • Door de uitstoot van kooldioxide draagt vuurwerk bij tot het broeikaseffect.
  • Vuurwerk veroorzaakt ook zure regen: er komt immers zwaveldioxide in de atmosfeer terecht.
  • Er komen ook zware metalen (zoals lood en zink) terecht in het oppervlaktewater, de bodem en het rioolslib.
  • Vuurwerk veroorzaakt ook een concentratie van minuscule stofdeeltjes in de lucht (smog): er is geen enkel moment in het jaar waarop de atmosfeer zo vervuild is als op 1 januari tussen middernacht en één uur. Bij mensen met een aandoening aan de luchtwegen of met hart- en vaatziekten kan dit leiden tot acute klachten.

Schadelijk voor het milieu

Opgeruimd staat netjes!

  • Vuurwerk dat is afgegaan mag gewoon bij het restafval in de vuilniszak.
  • Vuurwerk dat niet is afgegaan moet je lange tijd laten liggen: het bevat immers explosieven die nog kunnen ontploffen
    • Steek het in geen geval opnieuw aan! De meeste ongevallen gebeuren met mensen die vuurwerk een tweede keer aansteken.
    • Giet een emmer water over deze weigeraars en laat ze een nachtje liggen.
    • Vuurwerk dat niet is afgegaan, hoort niet in de vuilniszak, maar wel bij het KGA (klein gevaarlijk afval). Dat soort afval kan men kwijt in het containerpark.

Opruimen die rommel

Wetgeving

  • Wie mag vuurwerk kopen?
    • Het is verboden om aan minderjarigen (minder dan 16 jaar) om het even welk vuurwerk te verkopen of zelfs maar af te geven.
    • Uitzonderingen op deze regel zijn kamervuurwerk, knalerwten, knalgranaten en ander pyrotechnisch speelgoed (knalstenen en klappertjes, knalstroken en knalringen).
  • Hoeveel vuurwerk mag een particulier bezitten?
    • De hoeveelheid vuurwerk die een particulier "onder zich mag hebben", mag niet meer dan 500 gram pyrotechnisch sas bevatten. Het pyrotechnisch sas vertegenwoordigt ongeveer 1/6de van het brutogewicht van het vuurwerk. Een particulier mag dus maximaal ongeveer 3 kilogram vuurwerk bezitten.
    • Een handelaar mag trouwens nooit meer vuurwerk verkopen dan men mag bezitten.
    • Voor grotere hoeveelheden is een opslagvergunning vereist. Als particulier kan men echter nooit dergelijke vergunning krijgen.
  • Vuurwerk verkopen. Kan dat?
    • Vuurwerk verkopen mag als men voldoet aan een hele resem strikte voorwaarden (o.a. over de opslagruimte).
    • Daarnaast moet men natuurlijk ook een vergunning hebben. Voor meer informatie kan men terecht bij FOD van Economische Zaken.
  • Is er een vergunning nodig voor het afsteken van vuurwerk?
    • Voor het afsteken van ontploffend vuurwerk, is de toestemming van de burgemeester nodig. De hoeveelheid speelt geen enkele rol; ook voor één vuurpijl is een vergunning nodig.
  • De gebruiksaanwijzing?
    • Vuurwerk mag niet worden verkocht of afgegeven zonder een gebruiksaanwijzing. De gebruiksaanwijzing moet uiteraard zijn opgesteld in de taal of talen van het gebied waar de producten op de markt worden gebracht. Voor Vlaanderen is dat dus het Nederlands.
  • Zijn er sancties bij een overtreding?
    • Inbreuken kunnen bestraft worden met een gevangenisstraf van 14 dagen tot 2 jaar en/of een fikse geldboete.
    • De niet toegestane goederen worden bovendien in beslag genomen en verbeurd verklaard. In de meeste gevallen wordt tevens de vernietiging ervan bevolen. Dat gebeurt op kosten van de overtreder.

10.000

Woningbranden per jaar

340.000

Steun aan patiënten

300

Preventie workshops per jaar